Pooh's Magazine editie 3/96
1 april 1996

MURDER IN THE FIRST


een recensie door Menno Peeters

Waardering: 9.5 (max. 10.0)

Jaar : 1995
Speelduur : 121 min.
Regie : Marc Rocco
Produktie : Marc Frydman, Mark Wolper
Script : Dan Gordon
Muziek : Christopher Young
Beelden : Fred Murphy
Cast : Christian Slater, Kevin Bacon, Gary Oldman, R. Lee Ermey, Embeth Davidtz, Stephen Tobolowsky, W.H. Macy, Brad Dourif David Sterling, Mia Kirshner, Kyra Sedgwick, Stefan Gierasch

Een onverwacht gratis bioscoopje a.g.v. excuses voor een "montagefoutje" bij SENSE AND SENSIBILITY vorige week (zie mijn recensie, die overigens op dit moment nog niet af is) bracht zowaar de beste Sneak tot nu toe. Nergens vielen extreem lovende recensies te lezen: de media hebben de laatste tijd kennelijk genoeg filmrechtzaken over zich heen gestort gekregen, waardoor het grandioze MURDER IN THE FIRST over het algemeen wordt afgeschilderd als een aftreksel van met name A FEW GOOD MEN. Slater versus Oldman is geen Cruise versus Nicholson, maar verder kijken dan het neusje van Babe (die me hier parmantig zit aan te kijken vanaf zijn pagina in het Britse filmblad Empire) lang is, neemt niemand niemand kwalijk.

Alcatraz. Henri Young (Kevin Bacon) zit er drie jaar lang in een isoleercel nadat hij heeft geprobeerd te ontsnappen. Oorzaak van zijn oorspronkelijke opname was een opgeblazen diefstal van welgeteld vijf dollar om zijn zusje aan eten te kunnen helpen. Eindelijk "vrij"gekomen uit zijn donkere hol, waar tarantulaatjes het enige gezelschap vormden, is er geen andere mogelijkheid dan zijn verrader, Rufus McCain (David Sterling) met een lepel het leven uit zijn nek te rukken. De enige manier waarop James Stamphill (Christian Slater) zijn cliënt uit de gaskamer kan houden, is door de manier waarop in de afzichtelijke steenklomp "gerehabiliteerd" wordt, te ondermijnen.

Het belangrijkste onderdeel van MURDER IN THE FIRST is niet de rechtzaak en niet de onmenselijkheden, die al zo vaak in beeld zijn gebracht. Het sterkste thema is niet overwinning op de macht en zelfs niet vriendschap. Met veel kracht brengt de film eenzaamheid in beeld: eenzaamheid na een isolement dat nooit compleet verdwijnen zal. Duizend dagen lang met brute kracht mishandeld worden geeft de geest een uiterlijk zwarter dan de daadwerkelijke omgeving.

Christian Slater stijgt wederom in achting, al moet hij de trofee voor meest imposante optreden laten aan Kevin Bacon (hé, A FEW GOOD MEN!). James is geen extreem charismatisch figuur en vlamt niet bijzonder in de rechtzaal. Slater hoeft dan ook niet zo diep te gaan als in eerdere rollen, maar het siert hem dat hij wederom een stevig script heeft aanvaard. Laat de kenners die hem zien als een tweederangs aktie-comedyster maar lullen.

Logischerwijze wordt, zoals gezegd, de show gestolen door Bacon. Zijn inleving in het complexe, daadwerkelijk bestaand hebbende karakter van Henri Young, verdient veel respect. Respect dat hij overigens, net als de complete film, in te kleine doses kreeg van The Academy (zip Oscarnominaties). Zowel zwaarbehaard als kort geschoren beleeft Bacon met regelmaat huiveringwekkend mooie momenten, waarin tranen onmiskenbaar echt zijn.

In LEON was hij nog meesterlijk, hier valt Gary Oldman zowaar lichtelijk tegen. Zijn eerste scènes, vlak na Henri's terugkeer naar de bewoonde celblokken, brengen een boeiende sadist in beeld. Daarna echter, met name op de plaats van Jack Nicholson zittend, neemt de kracht af. Er is dan overigens wel nog plaats voor gevangenisdirecteur Humson (Stefan Gierasch), die in tegenstelling tot al zijn onaantastbare voorgangers op het witte doek, een origineel sukkeltje is. Een andere weinigzeggende rol is er voor Embeth Davidtz (SCHINDLER'S LIST) als James' vriendin.

De camera zwenkt in close-up over Henri's naakte lichaam, toont zijn achter wilde haren verborgen wonden op het gezicht. Vervolgens wordt er vloeiend door een gang gehold en gedraaid om elk beeld een unieke tint te geven. Ook de buitenopnames zijn prachtig, met hier en daar langzaam cirkelende bewegingen rond de vuurtoren op Alcatraz. Ondersteund door een vanaf de eerste klanken indringende soundtrack van de tot nog toe in de wereld die filmmuziek heet relatief onbekende Christopher Young (eerder schreef hij de muziek voor o.a. HELLRAISER), wordt er een sfeer gecreëerd die niet rap weg zal vliegen. De ook al tot voor kort onbekende regisseur Marc Rocco verfilmde kortom fabuleus.

De massa lacht wanneer Henri bij een hoer, die James speciaal voor hem heeft meegebracht, problemen heeft met het omhoog krijgen. Hij zakt in haar armen weg, barst in snikken uit en een vertederd "òòòòòhhh" klinkt. "FUCK YOU ALL," voelt ondergetekende, die wellicht liever anoniem blijft, maar die aan de andere kant van zijn engel kracht genoeg krijgt om zijn brainwaves over het volk uit te durven spuwen.

©opyright Menno Peeters (mpeeters@pvda.nl), 15-03-96


[ Reageer nu ] [ Terug naar index ]