Pooh's Magazine editie 2/96
1 maart 1996

ACE VENTURA: WHEN NATURE CALLS

een recensie door Menno Peeters

Waardering: 1.5 (max. 10.0)

Jaar: 1995
Speelduur: 90 min.
Regie: Steve Oedekerk
Produktie: James G. Robinson
Script: Steve Oedekerk
Muziek: Robert Folk
Beelden: Donald E. Thorin
Cast: Jim Carrey, Simon Callow, Ian McNeice, Maynard Eziashi, Bob Gunton, Sophie Okonedo

Van de Sneak terugkomend stappen we in de trein. Okee, ik trek de deur niet netjes achter me dicht, maar zouden er toch niet vlak na mij nog wel meer personen instappen en vergeet niet iedereen wel eens iets? Een wat oudere dame (die later door de man die tegenover haar zit in het Duits wordt voorgelezen) moppert iets als "Godverdomme, mwrumble mwrumble" en ik voel me eindelijk weer eens echt onderdeel van de jeugd van tegenwoordig. Afgezien dan van keihard lachen om het tweede deel van ACE VENTURA, wat ondanks dat de film bar slecht is, vast toch flink zal gebeuren.

Ace Ventura (Jim Carrey) komt via zijn baan als "pet detective" terecht in Afrika, waar hij een gestolen en zeer zeldzame witte vleermuis tracht op te sporen. Hiermee kan hij een oorlog tussen twee stammen - de Wachitis en de Wachootoos - voorkomen. Uiteraard wordt er behoorlijk wat wantrouwen geuit richting de maffe blanke man met het erg opvallend geacteerde vreemde loopje en zijn rubberen gezicht. Ventura geeft echter niet op en vindt vriendschap, of op z'n minst avonturen, bij de diverse wilde dieren.

Vaak wordt over een acteur of actrice gezegd dat je hem/haar óf leuk vindt, óf totaal niet. Dat is een prima manier om discussies over het wel of niet zinnig bezig zijn van de persoon in kwestie te vermijden. Jim Carrey is één van die personen waarbij het inderdaad waar lijkt te zijn. In een deuk liggen bij achtereenvolgens ACE VENTURA: PET DETECTIVE, THE MASK en DUMB AND DUMBER garandeert zonder veel twijfel ook een avondje buikschudden bij ACE VENTURA: WHEN NATURE CALLS. Ik heb bij geen enkele van deze films ook maar één moment gedacht dat ze echt grappig waren. De laatste spant echter de kroon. In slaap vallen was een zeer verleidelijke optie. Uiteindelijk heb ik me dan ook meer vermaakt met de persoon schuin achter me, die bij elke m.i. niet grappige grap weer bulderde.

Natuurlijk mag iedereen leuk vinden wat hij leuk wil vinden, maar er is altijd nog het schaamteloos jatten uit andere films dat een rol speelt. Als het een tweede deel betreft, worden grappen veelal gestolen uit deel één (zie FLODDER). ACE VENTURA bevat daarnaast nog diverse verwijzingen naar andere films. De opening is een CLIFFHANGER-parodie met een wasbeertje. Op zich hartstikke leuk verzonnen, zeker omdat wasbeertjes sinds Meeko in POCAHONTAS bij mij zeer populair zijn, ware het niet dat de originele scène, met Sylvester Stallone in de plaats van Jim Carrey, ook al meer lachwekkend dan het bedoelde angstaanjagend was.

Maar goed, ook daar is overheen te komen. Wat echter wel behoorlijk kwalijk is, zijn de stereotiepe Afrikaanse stammen. Wederom worden ze afgeschilderd als, om het kort en krachtig te zeggen, domme zwarten die niks anders doen dan overal om knokken. Nou hoeft van een comedy geen wijze levensles verwacht te worden, maar enige subtiliteit misstaat geen enkele film. Datzelfde verhaal kan trouwens ook opgehangen worden aan het misbruiken van Simon Callow, nog niet zo lang geleden de leukste factor in FOUR WEDDINGS AND A FUNERAL.

ACE VENTURA: WHEN NATURE CALLS is, zoals te voorspellen viel, enkel en alleen een Jim Carrey-stervehikel. Met de miljoenen dollars die hij voor deze film op zijn rekening zag binnenkomen schaart hij zich tussen de Schwarzeneggers en Stallones van vandaag. Het is dan ook geen wonder dat alle aandacht op hém gericht wordt. Er is verder dan ook weinig anders aanwezig om de blik op te vestigen.

© Menno Peeters (mpeeters@pvda.nl), 01-02-96


[ Reageer nu ] [ Terug naar index ]