Pooh's Magazine editie 6/95
1 December 1995 (Dubbelnummer)

Champagne: de koning onder de wijnen.

December, de 31ste. Het is een traditie geworden om een glaasje Champagne te drinken om de wisseling van het jaar te vieren. Je gaat naar de slijterij en... ehem... zo'n grote variatie. Je weet niet wat je moet kiezen. Dus koop je gewoon iets (je zal toch al wel dronken zijn) of je kijkt verloren om je heen.

De prijzen variëren ook, maar het echte spul is erg duur. Waarom? Er zijn goede redenen voor. Het begint met het plukken. Dit gebeurt helemaal met de hand omdat de machines de druiven kunnen beschadigen. Ieder jaar wordt een maximum opbrengst per hectare vastgesteld om de kwaliteit te garanderen. Direct na het plukken is het tijd voor het persen. Dit verloopt snel en volgens nauw omschreven regels. Uit 4000 kilo druiven mag niet meer dan 2666 liter druivesap of most gewonnen worden. Sap dat na dit maximum wordt verkregen wordt voor andere wijnen gebruikt.

Daarna gaat de most naar tanks of vaten voor de eerste gisting. In het voorjaar begint het werkelijke Champagneproces. Dit heet méthode Champanoise. Het sap van witte en rode druiven, wijnen uit verschillende jaren en vaak wijnen uit verschillende wijngaarden worden vermengd, samen met suiker en giststoffen.

De wijn wordt gebotteld en dan begint de tweede gisting in de fles. HET geheim van de Champagne! De flessen blijven in koele kelders om verder te rijpen. Gedurende een aantal weken worden de flessen dagelijks gedraaid en aan het eind staan ze verticaal zodat het depot naar de kurk komt. Voor de laatste bewerking wordt de hals van de fles bevroren en daarna ontkurkt zodat het ijsklompje met het depot naar buiten schiet. De fles wordt afgevuld met extra Champagne en suiker, een nieuwe kurk, een kapje van ijzerdraad en klaar is Jacques.

Hmm... daarom is het zo duur. Maar je kunt ook mousserende wijnen drinken uit andere landen. Ze mogen de beschermde naam "Champagne" niet gebruiken en dus is er "Sekt" uit Duitsland, "Cava" uit Spanje, "Asti" uit Italië, "Crèmant" uit het Franse gebied Elzas, "Vonkelwein" uit Zuid Afrika enz.

En dan is er de smaak:

"Brut" is zeer droog, (minder dan 15 g/lt suiker)
"extra dry" is droog, (tussen de 12 en 20 g/lt suiker)
"sec" is medium droog, (tussen de 17 en 35 g/lt suiker) en
"demi-sec" is medium zoet (tussen de 33 en 50 g/lt suiker).

Ze zeggen dat de beste wijnen de droge zijn maar ik houd meer van de demi-sec wijnen. Je moet gewoon proeven en ontdekken wat JIJ lekker vindt. Het is tenslotte voor jouw plezier.

Als je klaar bent met het kiezen, het maakt niet uit wat voor mousserende wijn, moet hij koel geserveerd worden (tussen de 6 en 8 graden), in Champagneflûtes. Deze zijn ideaal om langer van de karakteristieke belletjes te genieten.

Als het niet lukte om alle flessen leeg te drinken, kun je de wijn op een koele plek, horizontaal bewaren. Maar niet voor lang (niet meer dan vijf jaar), het wordt er niet beter van. Een goed excuus voor een romantisch diner voor twee misschien?

Eleni Antonakou


[ Reageer nu ] [ Terug naar index ]